Support From West Melanesia Independence For Free West Papua, Maluku, and Flores. Diberdayakan oleh Blogger.
Hai, Anak Muda Melanesia Barat, Membaca & Menulislah ! " Jika umurmu Tak Sepanjang Umur Bumi, Sambunglah Dengan Tulisan " !
Filled Under: , , , , , , , , ,

Geschiedenis van de RMS (Republik Maluku Selatan)

Share
Geschiedenis van de RMS
 
 Inleiding
Het is 61 jaar geleden dat op 25-4-1950 in Ambon de RMS is geproclameerd. Het RMS-streven is onafhankelijkheid van de Republiek der Zuid-Molukken. De RMS-Regering in Ballingschap is van mening dat het RMS-streven na 61 jaar nog steeds net zo noodzakelijk is als in 1950. In het historisch overzicht dat hierop volgt wordt duidelijk waarom.
1. Voorgeschiedenis

De RMS is geproclameerd tijdens het dekolonisatieproces van Indonesië. Dat proces was in de Tweede Wereldoorlog aangewakkerd door de Japanners, met wie de eerste RI-President Soekarno al samenwerkte, en na de oorlog door onder anderen de USA.

In de oorlog werden door Japan behalve de Nederlanders ook de Molukkers als vijand behandeld. Daardoor groeiden bij velen onder de Molukkers en de Nederlanders emotionele banden. Veel Nederlanders hadden in de oorlog hun leven aan de Molukkers te danken.

De Indonesische vrijheidsstrijd was behalve tegen de Nederlanders ook gericht tegen de met de Nederlanders samenwerkende Molukkers. Deze Molukkers hadden niet het gevoel dat ze een bevrijdingsstrijd tegenwerkten, maar ze hielpen om orde en rust te bewaren en te herstellen. Anarchisme en gewelddadigheid drukten toen al een stempel op het Indonesische nationalisme – een traditie die tot op de huidige dag wordt voortgezet in praktijken van corruptie (politieke elite) en staatsterreur (leger en politie).
2. Ronde Tafel Conferentie (RTC) en Republik Indonesia Serikat (RIS)

In 1949 verloor Nederland de politieke strijd en werd de Federatie van Indonesische Staten (RIS) opgericht. De RIS was opgericht als rechtsopvolger van Nederlands-Indië. De RIS bestond aanvankelijk uit deelstaten, die van elkaar verschilden op het gebied van taal, cultuur en geschiedenis. 

Elk van de deelstaten had een aantal autonome bevoegdheden,wanneer dieRonde Tafel Conferentie autonome bevoegdheden in gevaar dreigden te komen, was er voor de deelstaten de mogelijkheid om te opteren voor uittreden uit de federatie. Ook gewesten (als onderdeel van een deelstaat) hadden dit soort autonome rechten. De RTC-Akkoorden zijn gesloten in de sfeer van de pas opgerichte Verenigde Naties. In de soevereiniteitsoverdracht wordt ook gesproken over het recht van elk volk op onafhankelijkheid.Op 11-3-1947 heeft de Zuid-Molukken-Raad, het onder Nederlands toezicht democratisch gekozen bestuur van de Zuid-Molukken, besloten om voorlopig met RIS mee te doen als gewest van de deelstaat Oost-Indonesië (NIT). Dat gebeurde op de voorwaarde dat indien de NIT de Zuid-Molukse belangen binnen deze federatie niet zou kunnen waarborgen, de Zuid-Molukken het recht hebben om uit de Federatie te stappen.
De Zuid-Molukkers hebben loyaal meegewerkt in de Deelstaat Oost-Indonesië. De latere RMS-President Mr. Dr. Chr. Soumokil was in Makassar Minister van Justitie. Maar toen Soekarno op 15-2-1950 de RIS liquideerde om de Indonesische Eenheidsstaat te vestigen, vertrouwden veel Molukkers hem niet meer. Daarop is de RMS geproclameerd, en wel op 25-4-1950.
Proklamasi RMS
Onafhankelijkheidsverklaring Zuid Molukken
Ter voldoening aan de waarachtige wil, eis en aandrang van het Volk der Zuid-Molukken, proclameren wij hierbij de onafhankelijkheid de fakto en de jure van de Zuid-Molukken met de politieke vorm van een republiek, los van elke staatkundige betrekking met de staat Oost-Indonesie en de Republiek der Verenigde Staten van Indonesie, op grond van het feit dat de deelstaat Oost-Indonesie niet in staat is zich als deelstaat te handhaven in overeenstemming met de regelingen van de Denpasar-conferentie, welke nog wettig van kracht zijn, alsmede in overeenstemming met het Besluit van de Zuid-Molukken Raad van 11 maart 1947,terwijl voorts de Regering van de Verenigde Staten van Indonesie gehandeld heeft in strijd met de R.T.C.- overeenkomsten en haar eigen grondwet.

Ambon, 25 april 1950 De Regering der Zuid-Molukken, w.g. J.H. Manuhutu & A. Wairisal

Ongeveer vier maanden na de RMS-Proclamatie, namelijk op 17-8-1950, riep Soekarno de Indonesische Eenheidsstaat(NKRI) uit. Op dat moment waren de Zuid-Molukken al onafhankelijk, alhoewel zij nog door geen enkele staat werd erkend.
3. RMS-Proclamatie

Na de ontmanteling van de RIS door President Soekarno was de ontwikkeling als volgt.
Op 16-4-1950 gaf de RIS-Regering onder leiding van President Soekawati toe aan de druk van Soekarno en hief zij de Deelstaat Oost-Indonesië op. Onder leiding van mr. dr. Chr. Soumokil en Ir. J. A. Manusama, die geen aansluiting van de Zuid-Molukken bij een Indonesische Eenheidsstaat wilden, is ruim een week later de RMS-geproclameerd. Daarbij werden de RMS-leiders gesteund door een grote massameeting in Ambon. J.H. Manuhutu werd de eerste RMS-President. Op 2 mei 1950 werd de nieuwe RMS-vlag gepresenteerd en op 25 mei 1950 werd een RMS-Grondwet van kracht. Nadat pogingen tot onderhandelingen, met name tussen dr. J. Leimena als afgevaardigde van Soekarno, en mr.dr. Soumokil, mislukt waren en de troepen van de RI het gebied van de RMS binnendrongen, verklaarde President J. H. Manuhutu op 15-7-1950 dat de RMS verkeerde in een staat van Oorlog en Beleg(SOB).
De RMS-Proclamatie was een puur Molukse nationalistische actie. Het Molukse volk wilde onafhankelijk zijn, zowel van de Eenheidsstaat Indonesië als van Nederland. De Ambonese KNIL-militairen accepteerden van Nederland geen commando’s meer. Op 9-5-1950 droeg een vertegenwoordiger van de Ambonese militairen in Ambon op plechtige wijze de samenwerkingsattributen over aan de KNIL-autoriteiten. Zie citaat uit Dossier Ambon 1950; Den Haag, 1980, blz. 55:
Kolonel Schotborgh hierover:
Op 9 mei ten 8.30 uur werd door vertegenwoordigers der kampementen – Ambonezen – in bijzijn van de Menadonezen en Timorezen medegedeeld dat de Ambonese militairen niet bereid waren het bevel van de Commandant Luitenant-Generaal uit te voeren en dat zij zich vanaf dat moment beschouwden als te zijn buiten KNIL-verband onder aanvaarding van alle gevolgen van dien.
Daarna werd door ex-Sergeant-Majoor Samson, die optrad als troepencommandant van de RMS, als symbool hiervan op een presenteerblad overhandigd:
  • Een Nederlandse vlag.
  • Hierop een stel van alle onderscheidingstekenen KNIL vanaf Soldaat Eerste Klasse tot en met adjudant onderofficier.
  • Een pistool.
 Hierbij werd door Sergeant-Majoor Tahapary, optredende als chef staf een redevoering gehouden waarin de symbolische betekenis hiervan werd uiteengezet:
  • De teruggave van de Nederlandse vlag betekende, dat zij niet meer dienden onder de bevelen van Hare Majesteit de Koningin en haar lasthebber in deze, de Commandant Luitenant-Generaal.
     
  • De teruggave van de onderscheidingstekens betekende, dat zij in overeenstemming hiermede afstand hadden gedaan van hun rangen in het KNIL.
     
  • De teruggave van het pistool betekende, dat zij als wapenbroeders en krijgsmakkers, als goede vrienden wensten te scheiden na 350 jaar met de Nederlanders te zijn samengegaan en gezamenlijk hun bloed te hebben vergoten.
Bij deze redevoering liepen hem de tranen over het gezicht. Ook de meeste anderen konden zich niet goed houden, evenmin de aanwezige KNIL-officieren. Het geheel was een aangrijpend moment. "
Op 9 mei 1950 was het RMS-leger, de APRMS gevormd. Maar de ontwikkelingen waren dusdanig dat de RMS in haar bevrijdingsstrijd er alleen voor kwam te staan, vrijwel zonder enige hulp van buiten. Na een zeeblokkade van het Indonesische leger werd op er op 28-9-1950 een invasie op Ambon uitgevoerd. Op 5 -11-1950 kwam Ambon-Stad in handen van het Indonesische leger. De RMS-regering week in december uit naar Ceram om daar de RMS-strijd voort te zetten in de vorm van een guerillaoorlog. De Proclamatie van de RMS is onderwerp geweest op de agenda van de Verenigde Naties, maar werd daar verdrongen door de Korea-oorlog.
4. Gevolgen voor de KNIL-Militairen

In 1950 werd het KNIL ontbonden en bood Soekarno ook de Ambonese militairen een dienstbetrekking aan in het Indonesische leger. De helft heeft dat aanbod geaccepteerd; de andere helft niet. De laatstgenoemden hadden door het politieke frauduleuze gedrag van Soekarno geen vertrouwen meer in hem. Ze weigerden de wapens op Java neer te leggen. Ze wilden die meenemen naar Ambon, waar de onafhankelijkheid van de RMS al geproclameerd was op 25 april 1950.

De Nederlandse regering heeft in dit conflict tussen de Ambonese KNIL-militairen en Soekarno, uiteindelijk de kant van Soekarno gekozen. De Ambonese KNIL-militairen zijn toen bij de Nederlandse rechter in beroep gegaan en deze heeft het vonnis uitgesproken, dat de Ambonese KNIL-militairen niet gedwongen mochten worden om de wapens op Java in te leveren.

Toen heeft de Nederlandse regering 3000 Ambonese KNIL-militairen met hun gezinnen (totaal 12.000 personen) naar Nederland overgebracht. Daar waren ze eerst veilig. Ze zouden voor zes maanden in Nederland blijven tot het conflict tussen RI en RMS zou zijn opgelost. Meteen bij aankomst in Nederland werden de Ambonese militairen uit dienst ontslagen.

Tientallen jaren van teleurstelling en frustratie volgden voor de ex-KNIL-militairen in Nederland, ontheemd en krachteloos gemaakt voor de RMS-vrijheidsstrijd.
5. De RMS bezet door de RI

De RMS zag zichzelf als een onafhankelijke staat en bij een onafhankelijke staat hoort een goede defensie. De RMS had de beschikking  over goedgetrainde en uitgeruste militairen vanuit de KNIL-periode. Met dit APRMS-apparaat hoopte de RMS een bezetting door de RI te kunnen tegenhouden.

Ook hoopte de RMS op voldoende steun van buiten, met name vanuit Nederland. Mr. Dr. Soumokil zei:
Naast de wettige gronden waarop de proclamatie was gebaseerd, was er bij iedere rechtgeaarde Ambonnees de stille overtuiging, dat de Nederlandse regering haar bondgenoot niet alleen zou laten” (Dossier Ambon, blz. 57-58).
Van de Nederlandse regering heeft de RMS evenwel die steun niet gekregen. Zelfs liet ze toe dat haar schepen werden gebruikt om de RI-bezettingstroepen naar de Zuid-Molukken te transporteren. RMS-gezanten vanuit Ceram werden op Nieuw-Guinea gearresteerd. 

Ook al was Ambon in november 1950 al gevallen, de RMS heeft vanaf Ceram de verdedigingsoorlog tegen de RI tot 1966 volgehouden. Op 2-12-1963 werd mr. dr. Soumokil op het eiland Ceram gevangen genomen. Op 12-4-1966 werd mr.dr. Soumokil op last van RI-President Soeharto geëxecuteerd, slechts een maand nadat Soeharto de macht van Soekarno over Indonesië had overgenomen(11-3-1966). In de totaal 16 jaar durende gewapende strijd tussen de RMS en de RI zijn naar diverse schattingen tussen de 18.000 en 28.000 doden gevallen. Dat de RMS zo lang stand heeft gehouden bewijst dat het Zuid-Molukse nationalisme diep in de Molukse ziel verankerd zit.

De tijd na 1966 was gekenmerkt door zware onderdrukking. Kleine groepen actieve RMS-ers bleven voortdurend actief, en veel RMS-ers werden door de bezetter in de gevangenis gezet.
6. De RMS in Nederland
Na de executie van Mr. Dr. Chr. Soumokil werd in Nederland de RMS-Regering in Ballingschap onder leiding van President J.A. Manusama opgericht om de RMS-fakkel verder te dragen. Manusama is de derde president maar de eerste RMS-president in Ballingschap. Bij de Nederlandse regering kreeg de RMS geen voet aan de grond. Tot in Nederlandse overheidskringen werden RMS-ers gekwetst door de RMS voor te stellen als een onvervulbare droom. 

De Nederlandse regering en de Indonesische regering spanden samen om de Molukkers in Nederland te assimileren in de Nederlandse samenleving. Daartoe werd een akkoord getekend in 1975, het Geheime Akkoord van Wassenaar. Door de Molukse Gemeenschap in Nederland is het samenspannen tussen Nederland en Indonesië ervaren als verraad en dat had treinkapingen en andere harde acties tegen de Nederlandse overheid tot gevolg. Deze gebeurtenissen hebben diepe trauma’s veroorzaakt en verwijdering tussen de Molukkers in Nederland en de Nederlandse bevolking.

De klassieke RMS-strategie was vastgelopen. De RTC-Akkoorden werkten niet meer, omdat ze werden opgeofferd aan belangenpolitiek. De RMS begon zich te heroriënteren. Op internationaal niveau waren er ondertussen nieuwe Conventies, waarin het zelfbeschikkingsrecht van volkeren is geregeld. Dit bood een opening voor een doorstart van de RMS. 

Toch heeft in de periode van 1980-2000 de RMS een sluimerend bestaan geleid, ook in Nederland. De Molukse Gemeenschap in Nederland was bezig met een integratie-inhaalslag te maken in de Nederlandse samenleving. Daardoor was ze na 2000 beter in staat om met de RMS nieuw leven in te blazen. 

Meerdere RMS-organisaties zijn gedurende de gehele periode 1980-2000 actief geweest, onder anderen Front Siwa Lima, Republiek Maluku/St. Mena Muria, Homeland Mission Tanah Air, Saniri Lawa Mena Hau Lala, Pemuda RMS, Gerakan Maluku, Moluccan Peoples Mission, Badan Persatuan,  BPPKRMS, enz.
7. De Kerusuhan 1999-2002

Na de val van dictator Soeharto in 1998 werd in Indonesië de ‘reformasi’-politiek geïntroduceerd. Sluimerende RMS-sentimenten doken weer op en de RMS begon zich weer te reorganiseren (Presidium Sementara RMS). In brede lagen van de Molukse bevolking was er frustratie over het massaal binnenstromen van immigranten, met name vanuit Sulawesi. Dat was de reden waarom de op 1-9-1999 vanuit Jakarta geprovoceerde Kerusuhan (Onlusten) in Ambon zo ernstig uit de hand liep, dat die uiteindelijk het leven heeft gekost aan meer dan 10.000 mensen en een half miljoen mensen (al of niet tijdelijk) heeft ontheemd. De radicale moslims vormden ook een beweging die van de reformasi wilden profiteren. Dat heeft geleid tot onder meer de inmenging van de Laskar Jihad in de Kerusuhan van Maluku.

Gezamenlijk doel van de Indonesische politieke en militaire elite, en de moslimradicalen was om het opkomende Molukse ‘separatisme’ te kop in te drukken. Ze hebben het tegenovergestelde bereikt. In 2000 werd door Dokter Alex Manuputty het FKM opgericht, dat streefde naar teruggave van de soevereiniteit over de Maluku aan het Molukse volk. Tegen het FKM werd aanvankelijk niet erg hard opgetreden. De regering van de NKRI (Indonesische Eenheidsstaat) nam blijkbaar het Molukse nationalisme aanvankelijk niet erg serieus. Maar dat veranderde toen na afloop van de Kerusuhan het FKM doorging met haar vreedzame acties (meestal het hijsen van de RMS-vlag). Het FKM werd steeds harder aangepakt. In totaal hebben wel 500 RMS/FKM-activisten in de gevangenis gezeten en de straffen worden steeds hoger – tot levenslang voor John Teterissa op 4-4-2008. Uit dit alles blijkt dat de NKRI-regering het Molukse nationalisme nu steeds meer serieus neemt.

Juist door de Kerusuahan voelt het Molukse volk zich meer dan ooit in haar volksbestaan bedreigd. Het verzet zich door een verzoeningsbeweging tussen christenen en moslims te runnen (Baku Bae) en door het versterken van de adatbeweging (dat kan allemaal nog legaal). Maar ook door een opkomend Moluks nationalisme, dat als vanouds zwaar wordt onderdrukt. Nu zitten er ruim 90 vreedzame RMS-gevangenen vast, met een gemiddelde gevangenisstraf van 10 jaar.
Het nieuwe Molukse nationalisme oriënteert zich ook op Melanesië en de Pacific, waarmee het Molukse volk sterke culturele banden heeft. Dit proces wordt in Nederland gevoed door de FKMCPR.
8. RMS nieuwe stijl 2010 – heden
Op 17 april 2010 treedt een nieuwe RMS-regering aan: de RMS-regering Mr. John Wattilete. Kenmerkend voor de RMS Nieuwe Stijl zijn:
1. Aansluiten bij ontwikkelingen op het internationale niveau (met name zelfbeschikkingsrecht).
2. Afzien van gebruik van militaire middelen, omdat de internationale gemeenschap dat blijkbaar niet wil.
3. Communicatienetwerk met RMS-verzet in Maluku opbouwen en daar het beleid op afstemmen.
Het nieuwe RMS-kabinet onder leiding van de vijfde RMS-President Mr. John Wattilete is haar nieuwe ambtstermijn begonnen met Kort Gedingen tegen NKRI-voormannen, die de Indonesische en de wereldpers haalden. Naar aanleiding van zo’n Kort Geding tegen President Susilo Bambang Yudhoyono op 6-10-2010 heeft deze zijn staatsbezoek aan Nederland afgelast en daardoor effectief meegeholpen de RMS weer op de kaart te zetten. Verder geeft de RMS-Regering juridische ondersteuning aan de Molukse Politieke Gevangene in samenwerking met TAMASU in Ambon en humanitaire ondersteuning in samenwerking met de PAK.
9. De RMS maakt geschiedenis
De RMS-Proclamatie is geschiedenis, maar het recht op onafhankelijkheid niet! De RMS is niet meer los te zien van de Molukse cultuur, bijvoorbeeld de RMS-vlag en de RMS-Proclamatie Herdenking. Een vrij Maluku is nog steeds mogelijk, als het Molukse volk anno 2011 dat wil en zich daarvoor inzet. Het hangt van het Molukse volk af! Anno 2011 is het bestaan van een RMS-Regering in Ballingschap nog steeds nodig en het is logisch, dat ze door het Molukse volk wordt ondersteund.
SEKALI PROKLAMASI TETAP PROKLAMASI!


De Proclamatie van de RMS 
Wat vooraf ging
De Republik Indonesia Serikat (RIS), de Verenigde Staten van Indonesië, was een republiek die op 27 december 1949 werd opgericht als rechtsopvolger van Nederlands-Indië. De plannen hiervoor waren in 1946 gemaakt in de ‘Overeenkomst van Linggadjati’. Dit was de overeenkomst tussen de Nederlandse staat en de Indonesisch-nationalistische groep ‘Republik Indonesia’. De laatste had inmiddels Java, Madura en Sumatra op Nederland veroverd. 

De Verenigde Staten van Indonesië zouden in de eerste opzet samen met Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen een confederatief verband vormen: de Nederlands-Indonesische Unie. De Molukken zouden een autonome ‘daerah’ (provincie) vormen binnen de Negara Indonesia Timur (‘deelstaat Oost-Indonesië’ of NIT). Voor deze federatieve vorm werd gekozen vanwege de onderlinge verschillen tussen de deelstaten zoals de verschillen op het gebied van taal, cultuur en geschiedenis. 

Alle deelstaten behielden het recht om uit de federatie te treden wanneer de autonomie in gevaar kwam, want in de soevereiniteitsoverdracht stond onder andere geschreven dat ‘elk volk van Nederlands-Indië het recht heeft op onafhankelijkheid’, dit was in overeenstemming met de bepalingen uit het handvest van de Verenigde Naties. Het onder Nederlands toezicht democratisch gekozen bestuur, de Zuid-Molukkenraad, besloot op 11 maart 1947 om voorlopig met de federatie mee te doen, op voorwaarde dat indien de NIT de Zuid-Molukse belangen binnen deze federatie niet zou kunnen waarborgen, de Zuid-Molukken het recht zouden hebben om uit de federatie te stappen.

In maart 1950, kort na de soevereiniteitsoverdracht begon de nationalistische Javaan Soekarno met het opheffen van de federale structuur in de RIS door de deelstaten op te heffen en de eilanden militair te veroveren. Eind maart 1950 waren Sumatra, Java, Madoera, Banka, Billiton en de Riau-archipel al ontbonden en bij de ‘Republik Indonesia’ ingelijfd.

25 april 1950 en daarna
Met het oog op de ontbinding van de Verenigde Staten van Indonesië achtte de democratisch gekozen regering van de Zuid-Molukse provincie zich bedreigd in haar voortbestaan als autonome entiteit. Door deze dreiging deed men een beroep op hun recht om uit de Verenigde Staten van Indonesië te treden. Op 25 april 1950 werd op Ambon de onafhankelijke Republik Maluku Selatan, de republiek der Zuid-Molukken, geproclameerd.

Ongeveer 4 maanden later, op 17 augustus 1950 riep president Soekarno de Indonesische eenheidsstaat uit en na onderhandelingen en een zeeblokkade begon het Indonesische leger op 28 september met de invasie van Ambon. Via het toen nog bij het Koninkrijk der Nederlanden behorende Nieuw-Guinea werd tevergeefs militaire steun gezocht bij Nederland. Ruim een maand na het begin van de invasie viel op 5 november de hoofdstad Ambon in handen van het Indonesische leger. De RMS-regering week begin december uit naar het nabijgelegen eiland Ceram om van daar uit de strijd voort te zetten. Onder leiding van de tweede RMS-president Soumokil, werd op dit eiland de guerrillaoorlog voortgezet. De proclamatie van de RMS is onderwerp geweest op de agenda van de Verenigde Naties maar werd ondergesneeuwd door de Koreaoorlog.

Indonesische militairen arresteerden Soumokil op 2 december 1963 op het eiland Ceram waarna de guerrillaoorlog snel verzwakte. Op 11 maart 1966 nam generaal Soeharto in Indonesië de macht over van Soekarno en een maand later op 12 april 1966 werd RMS-president Soumokil geëxecuteerd. Na deze executie werd de in Nederland wonende Manusama de derde president van de RMS, maar wel van de eerste RMS regering in ballingschap.

In de in totaal 16 jaar durende gewapende oorlog tussen de RMS en de Republik Indonesia zijn naar diverse schattingen tussen de 18.000 en 28.000 doden gevallen (bron: Gerhard Knot, de Zuidmolukse Republiek).